Christian Wolff
Christian Freiherr von Wolff is geboren op 24 januari 1679 in Breslau. Op 75-jarige leeftijd, 9 april 1754, overleed hij in Halle. Christian Wolffs eerste studie was natuurwetenschappen. Dit studeerde hij in Jena. Hierna werd hij benoemd tot privaatdocent aan de net opgerichte Universiteit van Halle in 1706. Alleen was Wolff een rationalist en de universiteit was juist zeer geïnteresseerd in het Lutheranisme. Dit ging niet heel goed met elkaar. Het kwam zelfs zo ver dat Wolff door de Pruisische koning Frederik Willem I ontslagen werd en uit het land werd gezet in 1723. Dit was nadat Wolff in een conflict was gekomen met de religieuze autoriteiten. Een voordeel hierdoor was dat Wolff nu een beroemdheid was geworden. Daarom werd hij met open armen ontvangen in Marburg in Hessen-Kassel. Wolff mocht, na het aantreden van Frederik de Grote in 1740, weer terugkomen naar Pruisen. Frederik de Grote stond namelijk sympathiek en positief tegenover de Verlichting. De ideeën van Wolff zijn filosofisch gezien gedeeltelijk gebaseerd op de monadologie van Gottfried Wilhelm Leibniz. De monadologie is de term die Leibniz gaf aan zijn metafysische systeem. Wolff zelf schreef boeken over bijvoorbeeld logica, de kosmologie, de economie en de esthetica. Christian Wolff is uiteindelijk een Duitse rechtsgeleerde, filosoof, politiek denker en één van de belangrijkste figuren in de Duitse Verlichting geworden. Hij was sterk rationalistisch van aard. Een paar van zijn belangrijkste werken waren:
- Philosophia prima sive ontologia, dit schreef hij in Frankfurt in 1730.
- Cosmologia generalis, dit schreef hij in Frankfurt en Leibzig in 1737.
- Jus gentium methodo scientifica, dit schreef hij in Halle in 1749.
- Institutiones juris naturae et gentium, dit schreef in ook in Halle in 1750.
- Philosophia prima sive ontologia, dit schreef hij in Frankfurt in 1730.
- Cosmologia generalis, dit schreef hij in Frankfurt en Leibzig in 1737.
- Jus gentium methodo scientifica, dit schreef hij in Halle in 1749.
- Institutiones juris naturae et gentium, dit schreef in ook in Halle in 1750.